Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch de landpale der kinderen van Dan was hun klein uitgekomen; daarom togen de kinderen van Dan op, en krijgden tegen [27]Lesem, en namen haar in, en sloegen haar [28]met de scherpte des zwaards, en erfden haar, en woonden daarin; en [29]zij noemden Lesem, Dan, naar den naam van hun vader Dan. 27. Anders, Lais, of Lais, gelijk Richt.18:, waar deze historie breder verhaald wordt. En daar wordt gezegd dat dit geschied is toen er geen koning of rechter in Israel was. Hieruit is af te nemen dat dit boek door Jozua niet geschreven is, want hij kon niet schrijven hetgeen na zijn dood geschied is. 28. Hebreeuws, met den mond. 29. De zin is: nadat zij de stad Lesem ingenomen hadden, noemden zij dezelve Dan, naar den patriarch Dan, van wien zij gesproten waren. Deze stad was gelegen aan den voet van de berg Libanon, in het dal Rehob, waar eigenlijk de Jordaan haar oorsprong neemt. Toen de viervorst Filippus, de broeder van Herodus, ten tijden van den keizer Tiberius deze stad herbouwd en grotelijks verbeterd had, heeft hij dezelve genaamd Coesaroea-Philippi, naar den keizer en naar zijn naam. Plinius getuigt dat zij ook Paneas is genoemd geweest en nog later Pelin. Zij ligt aan het einde van het land Kanaan oostwaarts, van Sidon omtrent 35.000 passen.